Het ontstaan van de Dierenambulance
De Dierenambulance is in 1990 opgericht door een eigenaresse van een dierenpension in Soest. Zij werd regelmatig gebeld over dieren die gevonden en gewond waren. Zij bedacht dat het handig zou zijn als er een ambulance voor dieren zou komen. Samen met mensen die in het pension werkte werd een auto ingericht als Dierenambulance. In 1996 verkocht zij de Dierenambulance aan de Dierenbescherming Amersfoort. Door de Dierenbescherming werd de Dierenambulance voortgezet. Omdat de Dierenambulance zelf geen donateurs mocht werven, werd besloten om er een Stichting van te maken. Op 4 augustus 1997 werd Stichting Dierenambulance Amersfoort en Omstreken opgericht.
Doel van de Dierenambulance
Het doel van de Dierenambulance is om 24 uur per dag aan dieren, die hulp nodig hebben, hulp te bieden.
Dit gebeurt op verschillende manieren, onder andere door:
- Dieren die hulp nodig hebben te vervoeren naar opvangcentra en dierenartsen
- Eerste hulp te verlenen aan gewonde dieren
- Dieren te bevrijden die bijvoorbeeld vast zitten in een net
- Mensen informatie te geven over dieren en de Dierenambulance
- Dieren die hun baasje kwijt zijn naar het dierentehuis te brengen
Wat voor dieren worden er vervoerd en waarom
Per jaar worden zo’n 2200 dieren vervoerd. Dit zijn huisdieren zoals honden en katten. Maar ook natuurdieren zoals vogels, hazen, konijnen, marterachtigen en ga zo maar door.
De meeste huisdieren worden door de Dierenambulance opgehaald omdat ze hun huis niet meer kunnen vinden of omdat ze helaas zijn overleden. Dit laatste gebeurt voornamelijk bij katten.
Katten steken nog wel eens plotseling de weg over en niet iedere auto kan dan nog voor hen stoppen. Dan rijdt de auto de kat aan. De kat kan dan erg gewond raken en kruipt naar de kant van de weg. De autobestuurder die de kat heeft aangereden belt de Dierenambulance en die komt zo snel mogelijk. Nu kan het gebeuren dat, voordat de Dierenambulance er is, de kat al overlijdt. Dan wordt de kat meegenomen en bewaard totdat de eigenaar is gevonden. Is de kat alleen gewond, dan wordt de kat zo snel mogelijk naar de dierenarts gebracht.
Honden willen tijdens het uitlaten nog wel eens weglopen van hun baasje. Bijvoorbeeld omdat ze een konijn hebben geroken. Het baasje loopt te zoeken en kan de hond niet vinden. Iemand die de hond wel heeft gevonden belt dan de Dierenambulance. De Dierenambulance gaat de hond halen, controleert of de hond geregistreerd is, meldt hem aan bij Amivedi en brengt deze zo nodig naar het Dierentehuis als de eigenaar niet bekend is. Daar wordt de hond verzorgd en het baasje opgespoord. Het baasje kan zijn hond dan weer ophalen in het Dierentehuis. Dit gebeurt ook bij de katten die verdwaald zijn.
Natuurdieren kunnen ook wel eens gewond raken. Als bijvoorbeeld een haas in het donker de weg oversteekt, ziet de autobestuurder de haas niet altijd. De auto rijdt de haas dan aan en de haas strompelt gewond naar de kant van de weg. De autobestuurder belt de Dierenambulance. Het dier wordt door de Dierenambulance zo spoedig mogelijk opgehaald en naar de dierenarts gebracht. Daar wordt het dier behandeld aan zijn verwondingen. Daarna wordt het dier naar een opvangcentrum gebracht waar het kan herstellen. Zodra het dier hersteld is, wordt het teruggebracht naar de plek waar het gevonden is.