Het dierlijk lichaam in de winterslaap
Als de dieren hun vetlaag hebben opgebouwd en het perfecte nest hebben gemaakt, is het eindelijk tijd om in een diepe slaap weg te zakken. Wat gebeurt er eigenlijk met het dierlijk lichaam waardoor ze maandenlang aan één stuk door kunnen slapen?
Tijdens de winterslaap zakt de temperatuur van het lichaam flink. Het daalt vaak tot enkele graden boven nul en soms zelfs tot het vriespunt. De hartslag en ademhaling worden ook verlaagt. De egel bijvoorbeeld heeft normaal een hartslag van 180 slagen per minuut. Tijdens de winterslaap zijn dit er nog maar 20 per minuut. Ook de ademhaling wordt minder. Normaal ademt een egel 45 keer per minuut, maar in de winterslaap daalt dat naar vier keer per minuut. De lichaamstemperatuur van de egel zakt van 35 naar maar vijf graden. Door deze aanpassingen in het lichaam verbruikt het dier minder energie, waardoor ook weer minder van de verzamelde vetlaag van het lichaam verdwijnt. Dit zorgt er weer voor dat de dieren door kunnen slapen.
Alles komt tot stilstand
Als je vier keer ademen per minuut al weinig vindt, moet je maar eens een kikker in winterslaap bekijken. Deze amfibie ademt helemaal niet meer door zijn luchtwegen, maar alleen nog maar door zijn huid. Hierdoor gaat zijn borstkas ook niet meer op en neer waardoor de kikker dood lijkt. Dit is dus meestal niet het geval en het is daarom ook belangrijk de kikkers niet gestoord worden. Doordat het lichaam van de dieren in winterslaap bijna tot stilstand komt, geldt dit ook voor de darmen. De dieren plassen en poepen af en toe nog wel, maar dit is niet veel. Hierdoor blijft hun nest ook weer schoon.
Wanneer de winter weer voorbij is en de lente aanbreekt, ontwaken de slaperige dieren. Ze zijn veel afgevallen ondanks alle aanpassingen in hun lichaam en gaan op zoek naar eten om weer op kracht te komen. Zo begint het verhaal weer van voor af aan.